(English) Een whitepaper: Over prolactine.

Wist je dat prolactine vrijkomt bij stress? Dus dat zou betekenen dat stress melkproductie zou kunnen verhogen. Of dat je de prolactine piek in de nacht ook zou kunnen interpreteren als vrijbrief om je baby door te laten slapen?

Ik dacht even snel voor mijn boek een bijlage te schrijven over prolactine: het is het hormoon dat melk maakt (pro = voor, lact = melk), het piekt na de bevalling, daalt daarna tot iets boven baselevel en dus moet je in de eerste dagen veel voeden om genoeg melk te maken. Simpel dacht ik.

Tot ik voorbij de gewone boeken en teksten de wetenschappelijke literatuur in dook. Er blijkt een kloof tussen de gewone informatie over prolactine en de wetenschappelijke onderzoeken ernaar. En toen werd het schrijven van een simpele bijlage een interessante, vertragende zoektocht die nog niet is afgerond. Er is dus een forse literatuurlijst bij dit artikel.

Wetenschappelijk onderzoek focust voor een belangrijk deel op het effect van prolactine op moederlijk gedrag, psychische stoornissen en effecten op metabole gezondheid. In de gangbare voorlichting en kennis worden juist die gekoppeld aan oxytocine, het ‘bindings-, knuffel- of liefdes-hormoon’.

Maar er is erg weinig onderzoek naar de rol van prolactine bij melkproductie, en al helemaal weinig onderzoek dat gericht is op het oplossen problemen rond melkproductie. Sterker nog… er lijkt meer bekend over het remmen van prolactine als sprake is van een prolactinoom of bij hyperlactatie dan over hoe prolactine afgifte gestimuleerd kan worden bij te weinig melk.

Opvallend, want (angst/zorg voor) te weinig melk is een van de twee(1) belangrijkste redenen om voortijdig(2) te stoppen met borstvoeding. En wetenschappelijk gaat veel aandacht juist naar de effecten op psychische gezondheid, moeder-kind binding en metabole ziektes.

Tegelijkertijd benoemen de onderzoeken die ik vond in geen enkele conclusie of discussie wat de mogelijke consequenties zijn van de uitkomsten voor niet-voeden door vrouwen. Het onderwerp lijkt met zorg vermeden te worden. Terwijl er wel degelijk consequenties kunnen zijn voor moeders, baby’s en de baby’s die weer moeder worden.

Ik vond het zo interessant dat ik het ook wil delen met degenen die mijn boek (nog) niet gekocht hebben.  Dus als je meer wilt lezen download dan hier de Whitepaper Prolactine.

En omdat er zoveel interessants in de artikelen stond heb ik een Prolactine Puzzel Literatuurlijst Plus gemaakt. Daarin vind je per artikel ook citaten die ik interessant vond, en je ziet of ik het volledige artikel te pakken kreeg of alleen de abstract.

Nóg meer lezen over borstvoeding? Mijn boek over borstvoeding voor zorgprofessionals staat online en groeit: Borstvoeding voorbij de Protocollen.

Aandacht voor maagvergroting is hard nodig

Aandacht voor maagvergroting in de eerste 180 dagen is kennelijk hard nodig.

Als kinderartsen maagverkleiningen bij jongeren op de agenda willen (zie NRC van 2-5-23) dan moeten we ook een gesprek over maagvergroting gaan voeren. Want dat gebeurt met flesvoeding in de eerste 180 levensdagen bij veel baby’s.

Nee. Ik heb het hier niet over borst- versus kunstvoeding. Over flesvoeding. Over de grote hoeveelheden die daarmee aan baby’s gegeven worden. Soms letterlijk met het doel de maag van de baby op te rekken.

Ik heb het ook niet over de eerste 1000 dagen, maar over de eerste 180. Want juist die eerste 6 levensmaanden lijkt het doel te zijn om een jonge baby zo min mogelijk vaak zo groot mogelijke voedingen te geven. 6 voedingen is beter dan 8 en 5 voedingen per 24 uur wordt beschouwd als een goede prestatie. Is dat zo?
Een baby die bij 4,5 kilo 6 voedingen krijgt moet 100 cc per keer krijgen,  bij 8 voedingen 80 cc. Dat is geen klein verschil. 25 % meer voeding per voedingsmoment zal de maaginhoud van een baby geleidelijk op rekken.

Oprekken van de babymaag in de eerste 180/1000 dagen om daarna te gaan werken aan preventie van of verminderen van overgewicht is echt het paard achter de wagen spannen.
Dus laten we tussen zorgprofessionals en met ouders het gesprek aan gaan over normale voedingsfrequentie en -hoeveelheden, en stoppen met het oprekken van babymagen.

In mij praktijk voer ik hier regelmatig gesprekken over. Een paar recente voorbeelden:

De moeder van een goed groeiende 4 maanden oude baby die van het kinderdagverblijf hoort dat de 120 cc die zij per voeding meegeeft echt te weinig is. Dat moet minimaal 150 maar liever 180 cc zijn, en dan hoeft haar dochter ook maar 2 x voeding overdag en zal ze gaan doorslapen.

Ouders van een prematuur die nu bij 36 weken gecorrigeerde leeftijd (hij is inmiddels 6 weken oud) van de kinderarts naar 80 cc per voeding moet. Als ouders aangeven dat hij dan veel gaat spugen en huilen krijgen ze letterlijk te horen dat het maagje nu eenmaal moet oprekken. En dat moet want hun zoon moet volgens de arts binnenkort toch echt van 8 naar 6 voedingen. Ouders hebben niet aangegeven dat zij de voedingen als belastend ervaren, en willen graag naar borstvoeding.

De moeder door het cb naar mij verwezen is omdat ze te weinig melk zou hebben. Ze kolft 90 cc en voedt 8 á 9 x per etmaal. Lengtegroei iets boven de P50, gewicht stabiel iets eronder, stralende baby. CB stelt voor om bij te gaan voeden, of als ouders dat niet willen, met clusterkolven de productie te verhogen. Want 8 á 9 x voeden is echt te vaak, als er meer melk komt zal dat naar de normale 6 of hoogstens 7 keer gaan zegt de verpleegkundige. Moeder heeft geen last, voedingen duren max 15 minuten per keer en zijn gezellig.

Moeder van een week oude baby die te weinig melk zou hebben op dag 7: na de voeding is de baby nog onrustig en als het kindje dan nog 50 cc extra gekolfde melk krijgt drinkt hij dat allemaal op. Hij is mollig, zit op dag 7 100 gram boven geboortegewicht. Ze trekt het kolven niet meer, dus misschien is kunstvoeding beter?

De baby met refluxklachten die van de huisarts het advies krijgt van 7 á 8 borstvoedingen naar 6 voedingen gekolfde verdikte melk te gaan. En mogelijk kunstvoeding, want als baby zo vaak komt gaat borstvoeding kennelijk niet optimaal.  Advies bij volwassenen met maagzuurklachten: frequent kleine lichtverteerbare voedingen. Bij baby: infrequente voedingen en maaglediging vertragen. Waarom dit verschil?

Mogen we de preventie gaan richten op de eerste weken en stoppen met het bewust of onbewust oprekken van babymagen? Zodat ze hopelijk bij 2 jaar niet te dik zijn?

 

Ik schrijf een boek over borstvoeding

“Kon ik maar eens een dagje met je meekijken…”. De keren dat ik dat heb gehoord zijn niet meer te tellen. Dus, besloot ik een boek te schrijven. Over borstvoeding natuurlijk.

Een boek dat gevuld is met casussen.

Echte moeders, echte baby’s, echte borsten. Met het beleid dat ik adviseerde en het resultaat daarbij. Zodat wie dat wil, écht met me mee kan kijken. Alle ruim 20 jaar dat ik lactatiekundige ben.

Borstvoeding voorbij de protocollen

Het boek heet ‘Borstvoeding voorbij de protocollen’.
Ik ben blij met protocollen, maar volgens mij kom je pas bij een lactatiekundige terecht als de protocollen niet werken.

En dan, heb ik gemerkt, is er weinig dat je kunt raadplegen.

Voor lactatiekundigen, maar zeker ook voor kraamverzorgenden, huisartsen, kinderartsen en andere zorgprofessionals die met moeders en baby’s te maken hebben.

Want wat er kán, wat er belangrijk is en wat er nodig is voor déze moeder en déze baby op dít moment, daar moet je simpelweg klinisch inzicht voor ontwikkelen. Heel. Veel. Zien.

Wat voor een baby van 3 dagen werkt, werkt niet voor een baby van 3 weken, 3 maanden of een half jaar. Om nog maar te zwijgen van de unieke situatie van elke moeder en elk gezin.

Maar als de protocollen niet werken, hoe help je ze dan?

Het boek Borstvoeding voorbij de protocollen geeft je een schat aan informatie.

Tientallen casussen over borstvoeding

Per casus bespreek ik wat je moet weten, uitgesplitst op leeftijd van de baby. De eerste week, de eerste 3 maanden, 3 maanden tot 1 jaar en 1 jaar en ouder.

Het boek is een verdieping op je kennis en je vaardigheden als zorgprofessional, om ons gezamenlijke doel te bereiken: meer maatwerk in het adviseren rondom borstvoeding in Nederland.

Of, in doodgewone taal, om moeders en baby’s zo snel en goed mogelijk te helpen.

Hoe het boek werkt

De manier waarop ik het boek uitbreng is ook ‘voorbij de protocollen’.

Het is namelijk een online boek, waar ik al schrijvende, lezers al toegang toe wil geven.

Je hoeft niet te wachten tot het af is, maar leest bijna realtime met me mee. Elke maand voeg ik 2-3 casussen toe tot het boek naar verwachting eind december 2023 klaar is.

Koop het boek nu voor de helft van de prijs

De eerste vijf casussen staan al klaar in het online boek en je kunt ‘m van 24 april tot en met 30 april 2023 aanschaffen voor een introductieprijs.

Je betaalt een speciale introductieprijs, namelijk maar € 13,75 in plaats van € 30,-
Dat is dus meer dan 50% korting.

Wat krijg je?

  • Direct toegang tot het boek
  • Mogelijkheid om invloed te hebben op de inhoud en de vorm van het boek, met andere woorden: we horen graag je feedback, nu we nog aan het bouwen en schrijven zijn.
  • Alle informatie, het hele boek, nu voor de helft van de prijs

Daarnaast heb ik plannen om voor alle lezers die aangesloten zijn bij de community, allerlei extra’s te gaan doen.

Extra online lessen te geven, momenten om vragen te stellen en dergelijke. Heel eerlijk, zie ik dit voor 2024. Dit jaar staat voor mij in het teken van het boek. Maar dan weet je alvast dat het hier niet stopt.

Hoe krijg je toegang?

Vanaf 24 april kun je het boek kopen. De korting geldt tot en met 30 april, daarna kun je het boek uiteraard ook nog kopen, maar kost het je de normale prijs van € 30,-.

Als je de betaling hebt voltooid, krijg je een mail waarmee je kunt inloggen in het online boek en je kunt direct beginnen met lezen.

Ik verwelkom je graag in mijn boek.

Alleen deels afbouwen, dat kan ook

Online blijkt veel informatie over volledig en snél afbouwen van borstvoeding naar flesvoeding te vinden. Het is moeilijk om informatie te vinden over alleen de dag-voedingen stoppen, maar ’s avonds, ’s nachts en ’s ochtends blijven voeden. Terwijl dat echt kan. En als je in principe een goede melkproductie hebt kun je het mogelijk lang zo blijven doen. Bij sommige vrouwen zal melkproductie snel afnemen, maar ook daar is vaak iets aan te doen.
Hoe ouder je baby is hoe groter de kans dat je melkproductie goed blijft als je zo weinig voedingen geeft. Dus als je wilt blijven combineren dan is het aan te raden om pas te beginnen met dagvoedingen afbouwen als je baby ouder is dan 3 maanden. Lees verder

Mindfulness en baby*voeding: deel 1.

Een heel deel van de zorg rond babyvoeding* is gericht op kennis over en techniek van het voeden en op het product ‘melk’. Aanlegtechniek of keuze fles, vraag-en-aanbod of schema , kolfapparaten, benodigde milliliters, groei per week: dat ales krijgt (terecht) veel aandacht.

Maar voeden is zo veel méér dan melk in een kind overhevelen. Het is contact, uitwisseling van informatie op heel veel niveaus (van voeding tot ziekteverwekkers en -bestrijders) en continue onderlinge afstemming.

En die aandacht en interactie zijn extra belangrijk als er voedingsproblemen zijn. Als aanleggen niet soepel gaat, of als de baby onrustig is bij voedingen bijvoorbeeld. Lees verder

Kunstvoeding: verschillen en suikers.

Naar aan leiding van de uitzending van de Keuringsdienst van Waarde krijg ik veel vragen over de verschillen en gebrek aan verschillen tussen merken en soorten kunstvoeding. Dat is niet de kern van mijn werk dus ik ga er niet te diep op in. Maar als aanvulling op het programma hier een overzicht om rustig na te lezen.

Er is geen noemenswaardig verschil in samenstelling tussen de merken kunstvoeding onderling voor baby’s van 0-6 maanden, type 1.

Opvolgmelk heeft inderdaad een iets andere samenstelling dan 0-6 maandenmelk, waarvan we gezegd hebben: de enige echt belangrijke voedingsstof daarbij is ijzer. Een baby is rond 6 maanden door de voorraad ijzer vanuit de baarmoeder heen en heeft aanvullend ijzer nodig.

Daar kun je op 2 manieren voor zorgen na 6 maanden: Lees verder

Kunstvoeding geven als je borstvoeding had willen geven.

Als je overgaat van borstvoeding op flesvoeding met kunstvoeding dan betekent dat niet dat je alles wat borstvoeding zo mooi zou kunnen maken kwijt hoeft te raken.

Stoppen met borstvoeding geven kan een goed en nodig besluit zijn, ook als je graag (langer) had willen voeden. Er zijn genoeg redenen waarom je eerder stopt dan jij van plan was. Ook de begeleiding daarvan hoort bij mijn werk als lactatiekundige.

Ik merk vaak dat bij die overgang dan maar meteen alles wat bij borstvoeding lijkt te horen losgelaten wordt. Dat kan natuurlijk. Maar het hoeft niet. Lees verder

Borstvoeding(sbegeleiding) en Covid-19

Het is een nare paradox. Juist in tijden dat er een virus rondwaart dat luchtweginfecties kan geven is borstvoeding belangrijk. En juist nu is er de aanbeveling om fysieke afstand te houden.

Zonder symptomen zijn bij borstvoeding geen speciale maatregelen nodig behalve grondig handen wassen. Bij flesvoeding is daarnaast goede hygiëne (zorgvuldig klaarmaken van de melk en uitkoken van alle gebruikte materialen) nog belangrijker dan normaal.

Als een van de ouders/verzorgers klachten heeft (ook milde!) dan is het voor het voeden van de baby belangrijk om de kans op besmetting zo klein mogelijk te houden. Bij flesvoeding de fles laten geven door iemand die geen klachten heeft, en bij borstvoeding zou een mondmasker een oplossing kunnen zijn als dat in huis is én goed gebruikt wordt, of in het uiterste geval afkolven en de fles laten geven.

Hoe dan ook is borstvoeding tijdens een pandemie als deze de eerste keus. Het virus wordt voor zover nu bekend niet overgedragen via moedermelk, en borstvoeding beschermt tot op zekere hoogte tegen complicaties bij luchtweginfecties.

Maar dan… wat als je hulp nodig hebt bij borstvoeding? Tijdens een consult is er sprake van direct contact zowel met de moeder als met de baby, ook als ik hand-off werk. En nabij contact wordt nu ontraden.

Ik ga de komende weken proberen zo goed mogelijk te werken via video/skype/facetime/zoom… wat er maar kan. Dus als je een afspraak wilt maken maak die dan vooral. Ik bel je en dan bespreken we hoe we het kunnen aanpakken. Het zou bijvoorbeeld fijn zijn als er iemand bij je is die kan filmen met je telefoon of laptop zodat ik mee kan kijken.

Ideaal? Nee. Maar het lijkt op dit moment het veiligste aanbod te zijn dat ik kan bieden. Zodra er weer meer kan kom ik weer graag bij je langs.

De mast doorhalen?

De laatste weken hoorde ik meermaals de analogie van een zeilboot om uit te leggen dat bij een tongriembehandeling de behandeling tot diep onder de tong moet plaatsvinden.

De tongriem is in deze analogie het zeil. Alleen het vlies, het zeil, losmaken is niet voldoende omdat in de analogie dan de mast van de zeilboot nog blijft staan en er daarmee onvoldoende beweeglijkheid blijft. Tijdens de behandeling moet de stugge/stijve mast dus ook doorgehaald worden.

Nu ben ik geen Zeiler, maar ik heb wel gezeild. En ik weet dat je bij een zeilboot absoluut je mast niet door wilt zagen. Zonder mast geen zeilboot, en zonder mast zijn zeilen onbruikbaar.

De analogie lijkt mij dus op een wezenlijk punt niet te kloppen.

Dat kan 2 dingen betekenen.

  1. De analogie van de zeilboot is niet functioneel. Als het echt nodig is de ‘mast’, de dieper gelegen stam van de tongriem, door te halen dan voldoet het zeilboot-model niet om dat te verklaren.
  2. De analogie van de zeilboot klopt wel, en we moeten voorzichtig zijn met knippen.

Als we de analogie van de zeilboot anders bekijken zou je de tong als het zeil kunnen beschouwen, de boot als de mondbodem, en dan zijn de schoten (de touwen die de punt van het zeil verbinden met de boot) de tongriem. Zo gezien wordt behandelen van de tongriem wél relevant, want als je zeil te strak staat kun je niet goed zeilen. Het losser maken van de schoten geeft dan een enorme verbetering in functionaliteit van de zeilboot. Áls je tenminste de mast laat staan. Want zonder mast geen zeilboot.

Er wordt de laatste jaren dieper in de mond van heel jonge kinderen geknipt dan ooit tevoren. Het doorhalen van tongriemen is een heel oude ingreep. Maar voor zover ik weet is dat nog nooit zo diep gedaan als nu. In de oude literatuur is geen sprake van ruitvormige wonden en nabehandeling.

Hoewel we op korte termijn duidelijk zien dat het zo behandelen van de tongriem positieve effecten kan hebben op mondmotoriek en borstvoeding, weten we niet wat de gevolgen op lange termijn gaan zijn van deze behandeling. We weten niet wat het effect na 5, 10 of 50 jaar is om de simpele reden dat we nog niet zo lang behandelen op deze manier. Oftewel… wat is op langere termijn het gevolg van het doorknippen van de mast?

Primum non nocere: doe geen schade. Of we hebben een betere analogie nodig, of op basis van de zeilboot-analogie is voorzichtigheid geboden. Behandelen van de tongriem is bewezen effectief, maar hoe diep we moeten behandelen blijft een punt van aandacht. En van zorg.